De totem van Arendheim

De Germaanse woorden Arnu en Eym betekenen Arend en Huis of Thuis (denk aan heimwee of het Duitse Heimat). In veel tradities worden aan de adelaar bijzondere kwaliteiten toegeschreven.

De naam van de stad Arnhem, in de Duitse schrijfwijze Arnheim, komt als Arneym voor in bewaard gebleven geschriften uit 893. De bijnaam van de Germaanse oppergod Odin, of Wodan is: Arnhöfoi, de adelaarskoppige. Arnahamr is het adelaarsgewaad van Odin. In het wapen van de stad Arnhem zien we een dubbelkoppige adelaar. Het wapen past heel goed bij de herkomst van de naam van de stad. Toch heeft het wapen een geheel andere achtergrond.

De oorsprong van het schild met de dubbelkoppige adelaar voert terug naar rond 1100 toen stadstaten onderlinge handelsbetrekkingen aangingen. De stadstaten verzamelden zich als de verenigde Hanzesteden. De verenigde Hanzesteden gingen ter bescherming van hun steden en handelsroutes een verbond aan met de Duitse Orde. Net als de Tempeliers en de Hospitaalridders was de Duitse Orde een ridderorde opgericht in de tijd van de eerste kruistochten. De Orde kende, net als de tempeliers, een seculiere tak, de ridders, en een religieuze tak, de monniken. Veel ordeleden waren beide tegelijk: 1 lichaam 2 gezichten gesymboliseerd in het schild van de orde een dubbelkoppige adelaar. De Hanzesteden floreerden onder de bescherming van de Duitse Orde. De nauwe verbintenis tussen de twee organisaties blijkt uit het gegeven dat veel Hanzesteden het wapen van de dubbelkoppige adelaar overnamen in hun stadswapen. Ook in Nederland zijn daar veel voorbeelden van, waaronder dus Arnhem. De dubbelkoppige adelaar symboliseerde dus ook: twee organisaties met één onderliggend, gemeenschappelijk belang.

Enkele eeuwen later , rond 1500, werd de dubbelkoppige adelaar ook het symbool van het Duitse keizerrijk. Het werd vervolgens gebruik dat de keizers de dubbelkoppige adelaar in hun wapen voerden en koningen een enkelkoppige adelaar.

Adelaars gaan  vaste paarverbindingen aan en ieder jaar keren adelaars terug naar hun vaste broedplaats.

Op het sjamanistische medicijnwiel hoort de arend of de adelaar bij het oosten. Deze plaats op het wiel wordt geassocieerd met geboorte, vernieuwing, jeugd, ochtend, lente, de opkomende zon, doorbrekend inzicht en bewustwording.

De arend is een roofvogel met een bijzonder scherp gezichtsvermogen: een arend ziet tot 8 keer scherper dan een mens. Omdat de ogen van een arend meer voor in de kop liggen dan opzij, ziet de arend binoculair en drie-dimensionaal. Net als de mens kan een arend diepte zien. Van alle levende wezens op planeet aarde kan de arend het hoogste vliegen. De arend heeft dus het grootste overzicht op wat zich beneden afspeelt. De arend wordt de koning onder de vogels genoemd.

Vanwege zijn vermogen zo hoog te vliegen wordt de arend in veel culturen geassocieerd met de zon en het zenith (het boven). Vanaf deze grote hoogte heeft de arend overzicht over de vier windrichtingen en het nadir (het beneden). De arend staat dus ook symbool voor het grotere overzicht en de meeromvattende waarneming.

De sjamaan met de arend als zijn totemdier ontwikkelt een bijzonder gezichtsvermogen: hij kan scherp details waarnemen en tegelijk overzicht houden, hij kan terugkijken in het verleden, overziet het heden en kan ook in de toekomst schouwen.

Vanwege zijn associatie met de zon is de adelaar in veel culturen verbonden aan de oppergod: Odin bij de Germanen, Zeus bij de Grieken, Jupiter bij de Romeinen.
Bij de native americans is de goudarend de mythische dondervogel. Deze arend is ook de mythologische phoenix: men veronderstelde dat de ogen van de adelaar op latere leeftijd achteruit gingen, dat de adelaar daardoor te dicht bij de zon kwam en verschroeide. Door zich drie keer onder te dompelen in een heldere waterbron herkreeg de adelaar zijn jeugdigheid. De arend staat daarmee ook symbool voor wedergeboorte of wederopstanding, voor heling, nieuwe inzichten en verlichting van geest.

De zeearend, nationaal symbool van de VS, verbindt de vier elementen: water, lucht, vuur (zon) en aarde. Zoals de goudarend als mannelijk wordt opgevat, zo wordt de zeearend als vrouwelijk gezien met kwaliteiten als wijsheid, scheppende kracht, helende vermogens.

De adelaar is de bemiddelaar tussen de verschillende werelden: bovenwereld, middenwereld en onderwereld. De tooi van adelaarsveren is het teken van macht voor het hoofd van de stam. Voor de sjamaan vertegenwoordigt de adelaarsveer de verbinding met zijn spirit helper.

Bij het begeleiden van opstellingen komen de kwaliteiten van de adelaar goed van pas: oog voor detail, overzicht over het grotere geheel, terukijkend in het verleden, waarnemend in het heden, kracht gevend richting de toekomst.